
Ik zit soms te schelden op de kerk. “De kerk is te traag, de kerk is te naar binnen gericht, de kerk snapt het gewoon niet”. Vandaag werd ik weer even op mijn plaats gezet. Vanochtend vierden we Pasen in een bomvolle kerk. De predikant had een ijzersterke preek en eindigde met de oproep om naar voren te komen en een spijker te pakken en deze in een onderdeel van het liturgisch bloemstuk te steken. Als teken van het lijden dat jij meemaakt, wat de wereld meemaakt of wat Jezus heeft meegemaakt. Een soort evangelische actie in een protestants jasje, waar massaal gehoor aan werd gegeven. Ik stond op en stak de spijker in het bloemstuk. Vlak naast het doopvont. Ik zag betraande ogen om me heen. Ieders pijn werd even zichtbaar, zelfs voelbaar. En dan de overgang (of de volgende stap?) naar het lied der liederen: “U zij de glorie”. Ik besef weer waar ik deel van uitmaak. Waarom ik iedere zondag plaatsneem in deze kerk. Dat ik mijn leven deel in deze gemeenschap. Ik mag onderdeel zijn van een groter geheel, waar God al eeuwen lang wordt geëerd. De plek waar God je boven het alledaagse uittilt en tegelijkertijd luistert naar jou als persoon. Dat ontroert me. Dat is de kerk!
Tom Kolsters